Een werkplek boeken in één van onze incubatoren? Dat kan hier.

Boekjaar 2022 loopt op zijn einde: waar zitten de opportuniteiten?

Met het korten van de dagen, komt ook het einde van 2022 in zicht. Alvorens u met een gerust gemoed aanschuift aan het kerstdiner, belichten wij via een beknopt overzicht graag enkele fiscale aandachtspunten en deadlines die u kunnen helpen om boekjaar 2022 fiscaalvriendelijk af te sluiten.

Cashoverschotten fiscaalvriendelijk aanwenden.
Voorafbetaling vierde kwartaal
Cash is king. Ook voor de overheid. Omdat zij onvoldoende voorafbetalingen bestraft met een belastingverhoging van 6,75%, bent u er bij gebaat om uw belastingprovisie zo goed mogelijk in te schatten en (tijdig) de nodige voorafbetalingen te doen. Heeft u nagelaten om periodieke voorafbetalingen te doen, of verwacht u nog sterk positieve resultaten in het vierde kwartaal, dan heeft u nog de tijd tot en met 20 december 2022 om een laatste voorafbetaling voor boekjaar 2022 te doen. Let wel, dit betreft de uiterste datum waarop de Dienst Voorafbetalingen uw betaling moet ontvangen. U bouwt dus best enige marge in om te vermijden dat u de deadline mist.

Taxshelter voor audiovisuele werken
Heeft u naast de voorafbetalingen nog cash over, dan kan u uw heil ook zoeken bij de ‘tax shelter’. Daarmee investeert u niet alleen in werken die bestemd zijn voor film, televisie of theater, maar krijgt u ook een fiscaal voordeel in de vorm van een belastingvrijstelling ten belope van 421% van de door u gestorte bedragen. Dit resulteert gebruikelijk in een rendement van 5,25%. Met een maximumbelegging van ongeveer 475.000 EUR zal u zodoende 2.000.000 EUR van uw fiscaal resultaat kunnen vrijstellen van belastingen. Merk op dat deze verhoogde vrijstelling vanaf boekjaar 2023 normaalgezien wordt teruggeschroefd tot de eerdere grens van 1.000.000 EUR.

Vermits het vrij te stellen bedrag eveneens begrensd wordt tot 50% van de belastbare gereserveerde winst van het belastbare tijdperk vóór aanleg van de vrijgestelde reserve, kan het bovendien aangewezen zijn om dividenduitkeringen uit te stellen.

Hoewel de tax shelter-uitbreiding tot de gaming-industrie na drie jaar eindelijk groen licht heeft gekregen van de Europese Commissie, is het voor de inwerkingtreding nog wachten tot 2023.

Individuele pensioentoezegging (IPT) en backservice
Naast voorafbetalingen en stortingen voor de tax shelter, kan u de cashoverschotten ook aanwenden om (bijkomende) premies te storten in de individuele pensioentoezegging (IPT) aan de bedrijfsleider(s). Vermits de begunstigde pas bij uitbetaling een (gematigde) belastingheffing ondergaat, vormt de IPT een fiscaalvriendelijke manier om via de vennootschap aanvullend pensioen op te bouwen.

Indien u ervoor opteert om de betalingen te beperken en derhalve niet het maximum te volstorten, kan u de saldi laten cumuleren. Deze kan u later alsnog volstorten via een ‘backservice’. Echter is hier enige voorzichtigheid geboden. Voor de fiscus kan het lange wachten een reden zijn om de storting te verwerpen als ‘liberaliteit’.

Ten slotte verwijzen wij naar de recente wijziging bij de berekening van de 80% grens. Deze vernieuwde berekeningswijze kan er, kort gezegd, toe leiden dat u teveel premies heeft gestort, waardoor een gedeelte niet als beroepskost zal worden aanvaard. Een vernieuwing van uw pensioenplan kan in dat geval aanbevolen zijn.

Winsten verschuiven: wat is er mogelijk
Om uw belastingprovisie zo goed mogelijk in te schatten en geen overbodige voorafbetalingen en/of belastingkosten te moeten boeken, kan het aangewezen zijn om even stil te staan bij volgende optimalisatiemogelijkheden.

Fiscale consolidatie
Allereerst loont het de moeite om te bekijken of er binnen uw ondernemingsgroep ruimte is voor fiscale consolidatie. Via het toekennen van een ‘groepsbijdrage’ kunnen de winstgevende vennootschappen van de groep immers het verlies van de verlieslatende ondernemingen (deels) ten laste nemen. Zodoende daalt de belastingkost op groepsniveau. Hiertoe is wel een vijfjarige verbondenheid tussen de vennootschappen vereist en moet de winstgevende vennootschap een vergoeding betalen aan de verlieslatende vennootschap ten belope van de uitgespaarde belasting. Bovendien houdt u rekening met een aantal formaliteiten (zoals bijv. de ‘groepsbijdrageovereenkomst’), alsook met bijzondere boekhoudkundige verplichtingen.

Matching principe
Daarnaast denkt u er misschien aan om bepaalde kosten vooruit te betalen of om ze in zgn. ‘overlopende rekeningen’ op te nemen. Houd er evenwel rekening mee dat de fiscus streng toekijkt op het respecteren van het zogenaamde ‘matching principe’. Volgens dit principe dienen kosten en opbrengsten te worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Het moment van betaling of inning is hierbij irrelevant. Denk er in dit kader ook aan dat u opbrengsten, in overeenstemming met het voorzichtigheidsbeginsel, enkel mag erkennen indien de effectieve inning ervan zeker is.

Voor bijvoorbeeld meerjarige contracten zal het de moeite lonen om goed na te gaan aan welk boekjaar de opbrengsten en kosten nu juist moeten worden toegewezen.

Voorziening voor risico’s en kosten
Misschien overweegt u uit voorzichtigheid om voorzieningen aan te leggen voor een gepland groot onderhoud, juridische claims, brugpensioenen… Dergelijke voorziening verlaagt uw boekhoudkundig resultaat en verschuift de winst dus naar volgende boekjaren.

Houd er wel rekening mee dat niet alle voorzieningen fiscaal aanvaard worden. Sinds boekjaar 2018 beschouwt men voorzieningen slechts als belastingvrij indien ze voortvloeien uit een contractuele, wettelijke of reglementaire verplichting die bestaat op balansdatum. Voorzieningen voor groot onderhoud zullen typisch niet meer aanvaard worden voor fiscale doeleinden. Voor voorzieningen inzake ontslaguitkeringen, brugpensioenen, reglementaire bodemsaneringsverplichtingen stelt zich dan weer geen probleem indien de betekening tijdig is gebeurd.

Wederopbouwreserve
Heeft u geleden onder de coronacrisis, dan heeft u sinds vorig jaar de mogelijkheid om een belastingvrije reserve aan te leggen. De maatregel werd in het leven geroepen om u te helpen uw solvabiliteit te versterken. Door het aanleggen van de reserve, kunt u uw winsten van boekjaren 2021, 2022 en/of 2023 tijdelijk vrijstellen (of dus verschuiven naar volgende jaren) ten belope van het bedrijfsverlies geleden in coronajaar 2020. Hierdoor kan uw eigen vermogen (terug) aangroeien. U komt evenwel slechts in aanmerking voor de gunstmaatregel indien u in boekjaar 2020 een bedrijfsverlies realiseerde. Bovendien is de vrijstelling van belasting slechts tijdelijk, in die zin dat de winsten belastbaar zullen worden gesteld van zodra uw eigen vermogen of personeelskosten in de volgende jaren verminderen. Uitkeringen uit het eigen vermogen, gedaan na 12 maart 2020, doen daarnaast uw recht op de wederopbouwreserve volledig teniet.

Fiscaal overdraagbare verliezen stellen u niet (langer) vrij om een belastingprovisie aan te leggen
Heeft uw vennootschap (aanzienlijke) fiscaal overgedragen verliezen, dan bent u misschien niet geneigd veel moeite te besteden aan het berekenen en aanleggen van een belastingprovisie. De fiscale verliezen kunnen immers integraal worden afgezet tegen het belastbaar resultaat, toch?

Helaas gaat deze vlieger niet langer op. Twee recente regels voerden een minimum belastbare basis in ten gevolge waarvan ook verliesvennootschappen mogelijk een tax cash out kunnen lijden.

aanslag nav controles
Enerzijds kan u sinds aanslagjaar 2019 geen fiscale aftrekken meer afzetten tegen het resultaat dat voorkomt uit een gewijzigde aangifte na een fiscale controle (waarbij de controleur een effectieve belastingverhoging van 10% of hoger toepast). Dit wil zeggen dat elke verhoging van de belastbare basis n.a.v. dergelijke controle zal leiden tot een tax cash out. U besteedt daarom best extra aandacht aan afschrijvingsexcedenten, onderschattingen van activa, het beroepsmatig karakter van uitgaven, enz.

Korfbeperking
Anderzijds voerde de regering destijds de zogenaamde “korfbeperking” in. Fiscale resultaten hoger dan 1.000.000 EUR kan u slechts beperkt compenseren met overgedragen fiscale verliezen. Concreet is de aftrek beperkt tot 70% boven een bedrag van 1.000.000 EUR aan belastbare winst. Bijgevolg zal 30% van de meerwinst steeds belast worden aan het gangbare tarief vennootschapsbelasting van 25%.

Bovendien bereikte de federale regering recent een begrotingsakkoord waarin zij voor (boekjaar) 2023 voorziet in een éénmalige inperking van de korf van 70% naar 40%. Concreet wil dit zeggen dat de overgedragen fiscale verliezen slechts zullen kunnen worden afgezet tegen een bedrag van 1.000.000 EUR, verhoogd met 40% van de winst die deze grens overschrijdt. Een bijkomende belastingprovisie kan zich dan ook opdringen.

VVPRBIS regime
Momenteel moeten “oude” besloten vennootschappen (BV) er rekening mee houden dat zij, hoewel het kapitaalbegrip voor BV’s sinds 1 mei 2019 is verdwenen, toch zullen moeten voldoen aan de vereiste van een minimale inbreng om het VVPRbis regime en dus de verlaagde roerende voorheffing van 15% of 20% te kunnen toepassen over uitgekeerde dividenden.

Omdat hierover aanvankelijk onduidelijkheid bestond en veel “oude” BV’s naar aanleiding van een aanpassing van hun statuten opteerden voor een vrijstelling van volstortingsplicht (waardoor zij geen recht zouden hebben op VVPRbis), heeft de wetgever voorzien in een overgangsregeling. Vennootschappen die de vrijstelling van volstortingsplicht toepasten in de periode tussen 1 mei 2019 en 15 december 2021, kunnen hun inbreng opnieuw verhogen tot het initieel onderschreven bedrag, zonder uitgifte van nieuwe aandelen en met behoud van het recht op VVPRbis op de vanaf 1 januari 2022 uitgekeerde dividenden. De deadline hiervoor is 31 december 2022. Wij verwijzen naar ons eerder gepubliceerd artikel in dit verband voor meer achtergrond.

Haast en spoleden, maar soms toch goed
U heeft nog even tijd om uw fiscaal resultaat over boekjaar 2022 te optimaliseren. De meeste optimalisatiemogelijkheden vereisen immers uw actie bij de afsluiting van het boekjaar, dewelke doorgaans in het voorjaar van 2023 plaatsvindt.

Bepaalde gunstmaatregelen doven evenwel uit aan het einde van het boekjaar 2022 en vereisen mogelijk uw aandacht én actie tegen 31 december. Naast de voorafbetaling voor het vierde kwartaal, met deadline tegen 20 december, kijkt u best ook even naar uw geplande investeringen.

Investeringsaftrek voor kleine vennootschappen
Indien u als kleine onderneming (kmo) bij de oprichting of uitbreiding van uw activiteiten een investering doet, kan u er baat bij hebben om de activa nog in 2022 te verwerven. Het basispercentage van de éénmalige investeringsaftrek werd immers verhoogd tot 25% voor de vaste activa verworven tot en met 31 december 2022. Nadien zal u terugvallen op het percentage van 8%.

Autofiscaliteit
Vanaf 1 januari 2026 zullen niet-emissievrije bedrijfswagens niet langer fiscaal aftrekbaar zijn. In dit kader wordt de fiscale aftrekbaarheid van bedrijfswagens al vanaf boekjaar 2023 geleidelijk teruggeschroefd. Brandstofkosten voor plug-in hybride wagens (benzine of diesel) aangekocht vanaf 1 januari 2023, zijn dan maar aftrekbaar voor 50% (in plaats van vaak 100%). Derhalve heeft u er baat bij om uw plug-in hybride wagen nog te bestellen vóór 31 december 2022. Voor de elektriciteitskosten blijft de aftrek van 100% ook na 1 januari 2023 behouden.

Nog vragen over boekjaar 2022?
Heeft u nog vragen of wenst u in het kader het nakende einde van het boekjaar 2022 uw globaal fiscaal dossier samen te overlopen, aarzel dan niet om met één van onze adviseurs contact op te nemen. Wij helpen u uiteraard graag verder.

Contacteer Annelien Parmentier, Van Havermaet (011/ 30 13 50)

© Limburg Startup - LSU 2024