Een werkplek boeken in één van onze incubatoren? Dat kan hier.

Recent (20 maart 2024) werd er een nieuw wetsontwerp omtrent diverse fiscale bepalingen in eerste lezing goedgekeurd door de Kamer. De meest opvallende nieuwigheid betreft de grondige herziening van de investeringsaftrek – één van de smaakmakers in ons fiscale landschap.

DE HUIDIGE INVESTERINGSAFTREK IN HET KORT
De investeringsaftrek is één van de fiscale gunstmaatregelen ter ondersteuning van het Belgisch investeringsklimaat. Door toepassing te maken van een investeringsaftrek kunnen ondernemingen naast de normale afschrijving, ook genieten van een bijkomende fiscale aftrek.

Het bedrag van de investeringsaftrek wordt bepaald als een percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de vaste activa waarin uw onderneming investeert. Het moet daarbij steeds gaan om een investering in nieuwe (im)materiële vaste activa die in België worden gebruikt voor de beroepswerkzaamheid.

De investeringsaftrek zoals hij reeds jaar en dag bestaat, kan opgesplitst worden in twee types: enerzijds de ‘gewone’ investeringsaftrek en anderzijds de ‘verhoogde’ investeringsaftrekken voor specifieke investeringen.

De ‘gewone’ investeringsaftrek bedraagt in principe 8% en is van toepassing op alle investeringen, voor zover de investeerder kwalificeert als natuurlijk personen of kleine vennootschap. De ‘verhoogde’ investeringsaftrekken zijn hoger en kunnen worden toegepast door alle vennootschappen in geval van specifieke investeringen. De tarieven van de verhoogde investeringsaftrekken zijn variabel. Ze worden jaarlijks berekend in functie van de evolutie van het indexcijfer.

De bepaling van de tarieven van de verhoogde investeringsaftrekken is dus allerminst eenvoudig te noemen. Eén van de speerpunten van de hervorming van de investeringsaftrek is de invoering van vaste tarieven. Daarnaast zijn de verhoogde investeringsaftrekken momenteel gekoppeld aan een verouderde lijst van in aanmerking komende investeringen. Ook hier wil de hervorming een nieuwe wind laten waaien.

WAT ZAL ER VERANDEREN?
De voornaamste wijziging in het wetsontwerp betreft de tarieven van de investeringsaftrek. Onder het nieuwe stelsel zullen de verhoogde aftrekken (net zoals de “gewone aftrek”) worden vastgesteld op vaste percentages, wat de toepassing in de praktijk eenvoudiger maakt. Daarnaast zal de lijst met investeringen die in aanmerking komen voor de verhoogde aftrekken periodiek worden geactualiseerd, met aandacht voor de duurzame transitienoden van vandaag en de toekomst.

Het nieuwe stelsel van de investeringsaftrek zal bestaan uit drie verschillende sporen van investeringsaftrekken waaraan telkens een vast percentage gekoppeld wordt: (1) de ‘basisaftrek’, (2) de ‘verhoogde thematische aftrek’ en (3) de ‘technologie-aftrek’.

Uw onderneming mag wel maar één aftrekcategorie kiezen per vast actief.

1. DE BASISAFTREK
De basisaftrek betreft de nieuwe versie van de huidige gewone investeringsaftrek en zal nog steeds enkel van toepassing zijn op investeringen gedaan door natuurlijke personen en kleine vennootschappen.

Over het algemeen is deze investeringsaftrek redelijk vormvrij, aangezien er geen speciale aanvraagprocedure van toepassing is. Deze fiscale incentive kan laagdrempelig worden toegepast en zal het investeringsklimaat aanmoedigen.

De nieuwe basisaftrek verschilt op drie punten van de huidige gewone aftrek.

Ten eerste zal het percentage van de investeringsaftrek stijgen van 8% naar 10%.

Voor investeringen in digitale vaste activa wordt dit percentage zelfs verdubbeld naar 20%. Deze investeringsaftrek van 20% is in de praktijk zeer welgekomen. Vanaf 1 januari 2026 zijn vennootschappen immers verplicht om een elektronische factuur op te stellen voor B2B transacties. De omschakeling van een papieren factuur naar een digitale factuur, zal de nodige software-investeringen met zich meebrengen. De investeringsaftrek van 20% zal de (financiële) pijn hopelijk kunnen verzachten.

Ten tweede voert de hervorming een belangrijke nieuwe uitsluiting in. Er zal niet langer een investeringsaftrek toegepast kunnen worden op investeringen in technologieën die vandaag nog op de markt zijn, maar waarvoor reeds milieu- of klimaatvriendelijkere alternatieven bestaan. Dit betekent dat u enkel nog kan genieten van de investeringsaftrek wanneer u opteert voor het meest ecologische alternatief. De specifieke activa welke hier bedoeld worden, zullen nog opgelijst worden. Investeringen in gasketels zullen bijvoorbeeld op deze lijst verschijnen, waarbij het milieuvriendelijker alternatief bestaat in de vorm van een warmtepomp of elektrische verwarming. Deze beperking kan een grote impact hebben en het systeem van de gewone investeringsaftrek “uithollen”. We zijn dan ook benieuwd hoe deze lijst er zal uitzien…

Tot slot kunnen natuurlijke personen er in de huidige regeling onder bepaalde voorwaarden voor kiezen om de investeringsaftrek gespreid toe te passen over de afschrijfperiode van die activa. In het nieuwe wetsontwerp wordt deze keuzemogelijkheid voor gespreide aftrek geschrapt. De gewone aftrek zal dus steeds berekend worden op de aanschaffingswaarde.

2. DE VERHOOGDE THEMATISCHE AFTREK
De verhoogde investeringsaftrekken werden ingevoerd om investeringen in bepaalde maatschappelijk wenselijke technologieën te stimuleren. Deze verhoogde investeringsaftrekken worden nu gebundeld en omgedoopt tot de “verhoogde thematische aftrek”.

Volgende investeringsthema’s komen hiervoor in aanmerking:

Efficiënt energieverbruik en hernieuwbare energie;
Koolstofemissievrij vervoer;
Milieuvriendelijke investeringen;
Ondersteunende digitale investeringen.
Omwille van de algemeenheid van deze investeringsthema’s zal per thema een investeringslijst worden opgesteld met specifieke investeringen die in aanmerking komen voor deze aftrek. Vermits technologie niet stilstaat, worden deze lijsten minstens om de drie jaar geactualiseerd.

Op het eerste zicht lijkt de nieuwigheid van investeringen zich onder de laatste categorie te bevinden. Daar waar vandaag voor de eerste drie categorieën reeds een aftrek bestaat, zullen ook investeringen in IT-infrastructuur gebouwd rond O&O-investeringen en energietransities in aanmerking komen. Om te weten wat daar juist onder valt, is het wachten op de betreffende lijsten. Al lijkt het wel duidelijk dat hier opportuniteiten liggen.

Hoewel we uiteraard aanmoedigen dat de nieuwe thematische aftrek dynamischer is, hopen we dat de lijsten steeds tijdig geactualiseerd zullen worden. Indien de lijsten niet binnen de termijn worden hernieuwd, vervalt de desbetreffende lijst en kunnen nieuwe investeringen niet meer genieten van de verhoogde thematische investeringsaftrek voor dat specifieke thema. De regering kan dit echter éénmalig opvangen door de termijn met twee jaar te verlengen bij gebrek aan een nieuwe lijst.

Het percentage van deze verhoogde investeringsaftrek is vastgesteld op 40% voor natuurlijke personen en kleine vennootschappen en 30% voor alle andere vennootschappen. De tarieven worden dus opgekrikt.

Om in aanmerking te komen voor deze aftrek, moet u een attest kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de gedane investering overeenkomt met een kwalificerende investering zoals vermeld in de betreffende lijst. Bovendien bevestigt het attest dat de investering geen onredelijke schade voor het milieu met zich meebrengt. Deze vereiste van attestering is niet nieuw en kennen we onder het huidige systeem ook al.

3. DE TECHNOLOGIE-AFTREK
Ten slotte voert het wetsontwerp de technologie-aftrek in, die in grote mate overeenstemt met de huidige investeringsaftrek voor octrooien en voor milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling.

Deze technologie-aftrek is specifiek van toepassing op:

Octrooien;
Vaste activa die worden gebruikt ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën met een duidelijk en aangetoond positief effect op het leefmilieu of die beogen het negatieve effect op het leefmilieu van bestaande producten en technologieën zoveel mogelijk te beperken.
De technologie-aftrek is de enige investeringsaftrek waarbij er de keuze is tussen een éénmalige of een gespreide toepassing. De éénmalige technologieaftrek bedraagt 13,5% en wordt berekend op de aanschaffingswaarde. De gespreide technologieaftrek wordt jaarlijks berekend op de afschrijving en bedraagt 20,5%.

De aanvraagprocedure en administratieve verplichtingen voor deze investeringsaftrek worden hoofdzakelijk overgenomen van de bestaande procedure. Zo zal deze investeringsaftrek nog steeds slechts kunnen worden toegepast mits toevoeging van een attest bij de aangifte vennootschapsbelasting waaruit het milieuvriendelijke karakter van de investering blijkt.

Past uw onderneming ook de vrijstelling inzake bedrijfsvoorhefing m.b.t. O&O toe, dan dient u er rekening mee te houden dat deze de berekeningsbasis van de investeringsaftrek zal inperken. Zoals vandaag ook al het geval bij de toepassing van het belastingkrediet voor O&O, zal de toegepaste ‘korting bedrijfsvoorheffing voor O&O’ in mindering moeten worden gebracht van de berekeningsbasis van de investeringsaftrek. Het toepassen van twee fiscale incentives op éénzelfde investering vormde immers een doorn in het oog van de fiscus waarvoor de wetgever nu heeft gepoogd een oplossing te bieden via voormelde beperking van de berekeningsbasis.

Merk op dat de investeringsaftrek en de ‘korting bedrijfsvoorheffing voor O&O’ an sich wel nog perfect cumuleerbaar zijn (en tevens sterk aangeraden), en dat de inperking zich beperkt tot de berekeningsbasis.

WELKE OPPORTUNITEITEN ZIJN ER VOOR UW ONDERNEMING?
De vooropgestelde hervorming is geen tabula rasa, maar bouwt verder op het reeds bestaande stelsel van de investeringsaftrek. De verhoogde investeringsaftrekken zullen onder het nieuwe stelsel worden onderworpen aan vaste percentages en lijsten die periodiek worden geactualiseerd.

Bovenstaande nieuwe regeling inzake de investeringsaftrek zal van toepassing zijn “op vanaf 1 januari 2025 verkregen of tot stand gebrachte vaste activa”. Voor activa die werden verkregen of tot stand gebracht vóór 1 januari 2025 zullen de huidige regels blijven gelden.

Van Havermaet kan voor uw onderneming nagaan of geplande investeringen kwalificeren voor één van bovenstaande investeringsaftrekken en uw onderneming begeleiden bij het verkrijgen van de vereiste attesten en verwerking in de fiscale aangifte. Als uw onderneming bepaalde investeringen overweegt, kijken we graag met u mee wat de beste timing is voor deze investering om zo de hoogste investeringsaftrek te kunnen claimen.

Past u momenteel reeds een bepaalde investeringsaftrek toe? Wij verduidelijken graag wat dit nieuwe stelsel concreet voor uw onderneming betekent.

ENERGIEBESPARENDE INVESTERINGEN IN BOEKJAAR 2023? DEADLINE 31/3/2024
Wij maken van deze gelegenheid graag gebruik om de deadline met betrekking tot de investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen nogmaals onder de aandacht te brengen.

Indien uw vennootschap in 2023 energiebesparende investeringen deed, heeft u voor aanslagjaar 2024 onder bepaalde voorwaarden recht op een verhoogde investeringsaftrek van 20,5% (voor aanslagjaar 2023 bedroeg deze aftrek slechts 13,5%). Denk hierbij o.a. aan zonnepanelen, nieuwe beglazing, isolatie, warmtepompen, maar ook de optimalisatie van bestaande productielijnen etc…

Om toepassing te maken van de verhoogde aftrek, moet u een attest kunnen voorleggen waaruit het energiebesparende karakter van de investeringen blijkt. Sluit het boekjaar van uw vennootschap af op 31 december 2023, dan moet u de attestaanvraag ten laatste op 31 maart 2024 indienen. De tijdige aanvraag van het attest is een essentiële voorwaarde voor het bekomen van de verhoogde investeringsaftrek.

Aarzel niet om ons te contacteren indien we u kunnen helpen bij het opstellen van dit attest.

Voor meer info contacteer:

Jonas Derycke – Jonas.Derycke@vanhavermaet.be
Tel. algemeen +32 (0)11 30 13 50
Tel. mobiel +32 (0)472 66 80 42

© Limburg Startup - LSU 2024