The dark and bright side of the moon bij Fibricheck, de Limburgse Startup van het Jaar 2018
De eerste medische smartphone app die hartritmestoornissen screent en opvolgt. Limburgse Startup van het jaar. De allereerste (!) app met goedkeuring van het Amerikaanse Food & Drug Administration (FDA). En we kunnen nog even doorgaan. De verwezenlijkingen van Fibricheck lezen als een grote goednieuwsshow. Maar achter die successen zit een team dat – om het met de woorden van Lars Grieten zelf te zeggen – verdomme hard werkt. “Iedereen ziet alleen de prijzen die je wint. Niet dat je hier elke dag degene bent die het licht aan- én uitdoet.”
Begrijp ze niet verkeerd. Founders Bieke Van Gorp, Lars Grieten, Kobe Leysen en Jo Van Der Auwera zijn meer dan trots op wat ze al bereikten. “Een verdienste van het hele team”, zegt Kobe trots. “Het waren ontzettend drukke maanden. Dat hou je alleen maar vol als je omringd bent met goede mensen die op dezelfde golflengte zitten. We zijn pionier in onze sector, waardoor het vaak zelf zoeken en exploreren is. Dat is het nadeel van een markt waar nog geen modellen zijn: niemand deed het ons voor, er is nog geen handleiding voorhanden. We moeten dus zelf onze handen vuil maken. En dat hebben we zeker gedaan.
“Vernieuwen in de zorgsector is allesbehalve vanzelfsprekend”, vult Lars Grieten aan. “Alles binnen die vier ziekenhuismuren is heel conservatief, en de link naar een thuissituatie bestaat nog te weinig. Je komt binnen op intensieve zorgen en wordt er gemonitord met tal van machines. Niet veel later zeggen ze dat alles in orde is en je terug naar huis mag, en het enige dat je meekrijgt zijn de bloemen? Dat is toch een onlogische situatie? Wat wij -en met uitbreiding de hele digital health-sector – doen, is de vertaalslag maken van wat er in het ziekenhuis gebeurt naar huis.”
“Dat is moeilijk om verschillende redenen. Ten eerste: als er geen terugbetaling is, wordt iets niet gebruikt. Door het betaalmodel van de zorg verdienen we nu aan zieke mensen in plaats van aan gezonde. Dat moet anders. Ten tweede heerst er een soort technologie-aversie in de medische wereld. Hoe kan het dat een gsm plots kan, wat ervoor alleen kon met dure machines? Veel medici hebben het moeilijk met zulke opportuniteiten te erkennen. Vier jaar geleden werden we vaak uitgelachen.”
The Valley of Death
“De medische wereld is complexer dan je denkt, velen bijten er hun tanden stuk op”, vindt ook Jo. “Daarom zijn we natuurlijk heel trots dat we het zo ver schopten. Heel wat gezondheidsbedrijven overleven de eerste fase van een startup niet eens. Ze noemen die ook niet voor niets the Valley of Death. In de eerste twee jaren mag je als gezondheidsbedrijf nog niet naar de markt gaan, je hebt eerst een goedkeuring nodig. Mensen die in je geloven en willen financieren, zijn dan een godsgeschenk. Bieke en Lars hadden toen nog een extra fulltime job om mee te financieren, de rest had een minimumloon. Dat twee jaar volhouden, vraagt heel wat van je mede-oprichters.”
“Ik heb dat onderschat”, neemt Bieke het woord. “Hoe je omgaat met personeel en wat je van hen kan verwachten. Ik ging er misschien te veel van uit dat iedereen was zoals ik en 80 uren per week werkte. Maar zoiets kan je niet vragen. Zelfs al is de workload zo hoog. We beseffen nu dat we veel vragen van onze werknemers. Daarom ben ik blij met zo’n fantastisch team, want evident is het niet.”
“We stellen hoge eisen. Net omdat we meer en meer willen bereiken”, pikt Lars in. “Als ijsbreker heb je een stevige motor nodig. Gelukkig hebben we die. We willen niet ingehaald worden. En ja, we konden ook op onze lauweren gaan rusten na al die erkenningen, maar dat is niet ondernemen. We hebben onze bestemming nog niet bereikt.”
Waar ben ik mee bezig?
Maar ze zijn wel goed op weg naar de top. Dat bewees de goedkeuring die ze vorig jaar kregen van het Amerikaanse FDA nog maar eens. “Dat erdoor krijgen, was het moeilijkste dat we al deden. Als we in Europa de UEFA Europa League spelen, dan was Amerika zeker de Champions League. Toen we in de winter ons dossier een eerste keer indienden, vroegen ze ons waar we mee bezig waren. Ze geloofden ons gewoon niet. We hebben toen 6 maanden gewerkt aan een oplossing en een nieuw dossier ingediend. Op 24 september -een vrijdag nota bene- kregen we te horen dat het dossier opnieuw afgekeurd was en we 72 uur hadden om een laatste antwoord in te dienen. Een hels weekend, maar we stuurden onze laatste poging op tijd in. Toen de goedkeuring volgde, was de ontlading echt immens. We zaten met de tranen in onze ogen, er was geen bedrijf dat ons dit had voorgedaan. Wij, een bedrijf uit Limburg, niet eens Silicon Valley ofzo. Just do things differently and work for it, dat is onze filosofie.”
“Als je een idee wilt van hoe intens die periode was, moet je maar eens kijken naar Lars zijn Facebookpost op 19 augustus”, lacht Bieke. “Dat was echt een mentaal dieptepunt”, grinnikt Lars mee. “Ik zat hier op kantoor keihard aan ons voorstel te werken, met tien lege blikjes cola’s voor mij, terwijl iets verderop Pukkelpop bezig was en ik de mensen hoorde feestvieren tot binnen. ‘Dit meen je niet, zie me hier zitten’, dacht ik toen. Maar dat is waar je je als ondernemer en gemotiveerd team onderscheidt. Al neemt dat niet weg dat ik het soms ook eens vervloekt”
“We willen wel graag een betere balans vinden tussen werk én privé, dat was ons voornemen voor 2019. We dachten eerst dat dit een spurt was, een stevig begin. Maar het bleek een marathon te zijn. Je moet natuurlijk een tempo aanhouden om mee te kunnen, maar we willen het haalbaar houden voor iedereen.”
“Gelukkig zijn we een stoel met vier stevige poten”, gaat Bieke verder. “Lars, Kobe, Jo en ik zijn ontzettend divers, maar dat heb je nodig. Als we alle vier dezelfde kennis en ideeën zouden hebben, maak je slechte en eenzijdige beslissingen. Nu houden we elkaar goed in balans.” “En onze trots staat gelukkig ook niet in de weg”, vindt Lars. “We hebben geen hiërarchie en zijn heel open naar elkaar. Niemand krijgt graag kritiek, maar we weten van elkaar dat het nooit slecht bedoeld is.”
Een koffiebar a.u.b.
“Ons succes is niet onopgemerkt voorbijgegaan in het startuplandschap. Dat brengt ook een soort maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich mee”, vindt Bieke. “Ik geloof in paying forward en anderen helpen, al is het vaak zo druk dat we hier moeilijk tijd voor vinden. Maar je hebt veel aan elkaar. Zelf kom ik bijvoorbeeld regelmatig in contact met andere ondernemende vrouwen, waaronder ook veel moeders. Het is fijn om eens met hen af te stemmen, ze zitten in dezelfde shit als ik.”
“Naar de Corda Campus komen, was één van onze beste beslissingen”, vindt Lars. “Zeker in de Corda INCubator leer je veel mensen kennen. Hier in Corda A is dat iets minder, iedereen heeft zijn eigen afgesloten ruimte. Ik zeg het echt tegen iedereen, maar we missen hier een koffiebar. Zo eentje waar je snel vijf woorden uitwisselt. We kennen onze buren niet, daar schaam ik mij voor. Dat ligt aan ons, hoor, wij hebben met onze kop in de kast gezeten en gefocust op onze eigen problemen. We zijn geen doorwinterde netwerkers, we hebben een eigen mesthoop die nog te groot is en waarmee we meer dan zoet zijn. Ach, achteraf bekeken is het supermooi wat we verwezenlijkt hebben. Maar there’s no sugarcoating it: je moet opofferingen maken en zorgen dat je een goed opvangnet hebt. Familie, vrienden, je partner. Je wilt dat ze je begrijpen en mee zijn met het verhaal. Ondernemen is geen 9-to-5 job, maar je haalt er zoveel voldoening uit.”
“Ik vergelijk ondernemen graag met de maan. Je hebt een dark én bright side. De buitenwereld ziet alleen maar het goede, als onderneming zit je te veel in de dark side. Nu doen we per kwartaal intern een oplijsting van onze verwezenlijkingen. Zodat we zelf ook niet vergeten dat we goed bezig zijn.”
“Inderdaad, blijf proberen en maak fouten”, knikt Jo. “Als je niks doet, dan maak je geen fouten. Maar dan ga je ook niet vooruit.” Ook Kobe heeft een tip: “Wees standvastig en laat je niet zomaar afleiden door wat anderen zeggen. We kozen voor een eigen koers, ondanks dat velen zeiden dat we de foute richting uitgingen.” Lars sluit af met een belangrijke: “Zoek mensen die je ondersteunen. Thuis en op het werk. It’s not a one (wo)man’s job.”